Joy interviewt acteur Hugo Haenen

/Interviews

Joy interviewde acteur Hugo Haenen. Te kennen van vele TV-series, films en musicals zoals Ciske de Rat, Kruimeltje en Tonio. Hugo neemt ons mee in de acteerwereld aan de hand van ervaringen en perspectieven op film en theater.


Wilt u iets over uzelf vertellen?

Ik ben Hugo Haenen, studeerde van 1981 tot 1985 aan de Toneelacademie in Maastricht en ben sindsdien aan het werk. De eerste jaren vooral op het toneel bij bijvoorbeeld Toneelgroep Centrum en Toneelgroep Amsterdam en daarna veel in TV-series (waaronder Switch, De Brug, Wij Alexander en nog veel meer) en films (bijvoorbeeld Kruimeltje, Leedvermaak Trilogie, Süskind en 170 Hz).
Toen ik een seizoen meedeed met cabaretprogramma Sixpack van Purper, zag men dat ik ook veel met muziek heb, al vanaf mijn jeugd. Zo kwam ik eigenlijk bij toeval in de musicalwereld terecht en heb ik de afgelopen 20 jaar aan veel musicals meegedaan, al wissel ik de verschillende disciplines graag af.
 
In TV-series en films bent u dus veel aan het werk. Wist u uw hele leven al wat u zou gaan doen?
 
Tijdens de middelbare school speelde ik in de vakanties contrabas in een symfonieorkest en deed altijd mee aan toneel op school. Ik moest na ingeloot te zijn voor medicijnen zelf de knoop doorhakken, toen ik ook was aangenomen in Maastricht. Maar dat vond ik niet moeilijk na die geweldige selectieweek. Muziek en leren deed ik mijn hele leven al en toneel was een wereld die voor me open ging. Gelukkig overleefde ik de strenge selectie na het eerste jaar.
 
Welke rollen hebben uw voorkeur?
 
De mooiste rollen om te spelen zijn die waarin het personage een ontwikkeling doormaakt, dus anders eindigt dan dat hij of zij begint. En dan per rol het liefst zo anders mogelijk: de diversiteit is wat het vak zo mooi maakt.
 
Was er eens een keer dat u een hele slechte dag had, maar die avond moest optreden?
 
Lastig om een voorbeeld te vinden… Het komt natuurlijk voor dat je je niet lekker of gelukkig voelt. Mijn ervaring is wel, wanneer je op het toneel staat, dat dat als een vrijplaats voelt waar het gewone leven even niet telt. Zelfs als je ziek bent ga ik mij prima voelen. Maar of dat altijd verstandig is…?
 
Wat is uw acteerstijl?
 
Mijn acteerstijl is eigelijk heel basic. Ik ga uit van de tekst en benader die met mijn eigen impulsen. De combinatie van tekst, situatie, tegenspeler en de vormgeving vormt als resultaat het personage, dus iemand anders dan ikzelf.
 
Wat was het grootste publiek waar u voor heeft opgetreden?
 
Zoals ik je al zei heb ik in een aantal musicals gespeeld en daar zitten erg veel mensen in de zaal. In Scheveningen kunnen bijvoorbeeld meer dan 1800 man.
De voorstelling Ciske de Rat speelde ik door het land heen en periodes vast in het RAI-Theater en in het Circustheater tussen 2007 en 2010. Samen heel veel publiek dus.
Maar toch denk ik dat bij elkaar opgeteld de meeste mensen mij gezien hebben in de film Kruimeltje, waarin ik kruidenier Wilkes speel, die zich over hem ontfermt.
 
Wie is uw favoriete acteur?
 
Deze is altijd lastig. Ik hou erg van diversiteit, dus gelukkig zijn er veel die ik goed vind, om andere redenen. Ik doe anderen nu tekort, maar ik noem er een paar. Door de tijd heen ben ik altijd enorm dol geweest op Pierre Bokma. Een wat je noemt rasacteur, die in elke rol, hoe verschillend ook, zich helemaal geeft en nooit de humor uit het oog verliest. Daarnaast vind ik Ramsey Nasr geweldig, die met zo veel liefde de taal tot leven weet te brengen en je op die manier meevoert.
Maar ook alle drie voor mij tot dan toe nog niet bekende acteurs in de voorstelling Eddy Bellegueule, afgelopen seizoen in de Toneelschuur, waren fantastisch en sleurden me helemaal mee.
 
Van alle rollen die u in het verleden heeft gespeeld, welke is uw favoriet?
 
Elke rol die anders is dan de vorige is fijn. Die diversiteit is voor mij het feest van het vak. Een rol uit een ver verleden waar ik speciale herinneringen aan heb, is Jaap, vriend van de hoofdrol, in de serie De Brug van de KRO. Hij begon als fijne studievriend en raakte voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken bij de NSB en kwam zo tegenover zijn oude vriend te staan. Heftige ontwikkeling en superspannend om te spelen, samen met Marc Klein Essink.
 
In de film Kruimeltje speelde u kruidenier Wilkes en u was in dit personage het moeilijkst te veranderen. Was er een tijd waarin u moeite had met een personage?
 

Ooit begon ik bij de TV-serie Switch, over een popgroep, met muziek van Ernst Jansz van Doe Maar. Ik had met een goeie auditie die rol gekregen en voelde me wel verantwoordelijk dat het goed moest zijn wat ik zou doen. Ik legde mezelf daarmee zoveel druk op, dat ik als het ware blokkeerde. Niet nodig, want ze hadden me toch uitgekozen? Gelukkig stond ik, na een iets te gespannen eerste periode in de studio, daarna in een scène uit te kijken over de Nieuwe Waterweg en toen kwam het als het ware vanzelf. Een groot leermoment: bereid je goed voor, maar laat het los bij het spelen. Dan valt het op z’n plek en komt het tot leven.
 
Waar werkt u nu aan?
 
Dit is geen makkelijke tijd. Corona beperkt ons allemaal en heeft zowel het theater als film/tv veel schade toegebracht. Ik zou komend seizoen met Jon van Eerd een komedie gaan spelen, maar die is dus geannuleerd. Nu doe ik weer veel audities voor toekomstig werk.


Op welk gebied zou u zich als acteur willen verbeteren?
 
Zoals hierboven te lezen is, vind ik het belangrijk om mee te ontwikkelen met de tijd. Het spelen van nu is best anders dan hoe mijn generatie het indertijd leerde. Minder vorm en meer werkelijkheid. Wat ik wel fijn blijf vinden is bezig zijn met de taal en de daarin soms verstopte dingen, die het spel kunnen verrijken.
 
Als u mij een acteertechniek zou kunnen leren, welke zou u dan kiezen?
 
Door deze vraag ben ik even gaan kijken wat er tegenwoordig zo aangeboden wordt. Ik zou bijna zeggen 'gelukkig' is Stanislavski daar nog steeds bij. Deze hele oude techniek van situatie- en zelfonderzoek is als basis erg fijn en in mijn optiek wel nodig. Maar met de tijd ontwikkelt deze techniek verder en het samenspelen is zeker zo belangrijk. Zo wordt het door de diversiteit van de personages als het ware muziek en dit in combinatie met eerlijkheid en authenticiteit maakt het in mijn optiek eigen en dus mooi.
 
Wat is uw ervaring met improvisatie?
 
Op de Toneelacademie hebben we uiteraard veel geïmproviseerd. Dit was niet persé mijn sterkste kant, omdat het soms op een 'wie durft het meeste'-wedstrijd uitdraaide. Maar improviseren is wel degelijk erg belangrijk, al zullen er in mijn optiek wel eerst een paar spelregels moeten worden afgesproken.
 
Beschouwt u zichzelf als een teamspeler?
 
Dank voor deze vraag, want zoals je hiervoor al kon horen, ik vind dit zeker fijn en belangrijk. En ja, ik ben een teamspeler. Mijn muziekinstrument is dus contrabas, veel dienstbaarder dan dat heb je niet. Maar ook in samen muziek maken zijn solo’s nodig. Anders gezegd: een goed team zijn betekent niet dat je niet mag opvallen, maar wel in de context van wat er gevraagd wordt en met respect voor je collega’s.
 
U bent dus een teamspeler en het samenspelen is belangrijk. Hoe motiveert u uw mede-castmates?
 
Open zijn naar elkaar en dus zowel merken wat anderen bezighoudt als eigen inspiratie willen delen vind ik erg belangrijk. Dit vooral off stage. Op het toneel kun je, met behoud van respect voor de tekst en afspraken, de bal steeds wat anders aanspelen, dan krijg je 'm ook weer anders terug en houd je ook na meerdere voorstellingen het spelen fris en inspirerend. Wat is het toch een fijn vak!